5 maart 2024 - Verhaal

“Ik heb nog altijd contact met vriendinnen uit de buurt”

Als klein meisje loopt Nelly Miesen van Wolder naar Speeltuin Fort Willem over de uitgestrekte landerijen waar nu Pottenberg ligt. Ze gaat er in 1961 zelf wonen en kijkt nu - jaren later - tevreden terug. “Ik ga nog altijd 1 keer per week koffiedrinken met de dames van het voormalige zangkoor.”

Toe aan meer luxe 

Met kat Michel moet je een beetje uitkijken. Na wat vriendelijk aaien kan hij wel eens uithalen. Buiten in de tuin zitten de 2 kippen van Nelly. Die trekken zich niet zo veel aan van Michel. “Ik heb me ingeschreven voor de nieuwe flat aan het Terra Cottaplein en dan gaat de kat gewoon mee. Ik ben wel toe aan wat kleiner wonen en meer luxe.” Haar huis verlaten, heeft ze geen moeite mee. “Ik ben de enige die over is van de oorspronkelijke bewoners. Mensen zijn verhuisd of overleden. Het familiegevoel is daardoor weg.” Nelly woont nu aan de Kollefitstraat, maar dat is niet haar 1e plek in Pottenberg.

vrouw aan keukentafel leest de krant

Dolgelukkig aan de Amfoorstraat 

Ze trouwt in 1961 en wil het liefst in Wolder blijven wonen. “Maar daar was geen woning te krijgen. Mijn schoonvader heeft toen geregeld dat we aan de Amfoorstraat terecht konden. Dat was een enorme verrassing. We kwamen net terug van een vakantie in Nijmegen en op de deurmat lag een brief van de woningbouwvereniging.” Nelly voelt zich als een ware koningin in hun nieuwe thuis. “Ik kan me het moment nog precies herinneren. Mijn man stond in de badkamer en ik in de keuken. ‘Nu zijn we altijd samen’, dacht ik. En ik voelde me vrij. Wat was ik dolgelukkig.”  

Ruilen? 

Na een paar jaar schuiven ze door naar een hoekwoning, die net wat groter is. Als Nelly haar 3e kindje krijgt, wordt ook dat appartement te klein. “In die tijd kwam iemand van de woningbouwvereniging nog gewoon langs. Ze vroegen of we wilden ruilen met een alleenstaande moeder die in dit huis aan de Kollefitstraat woonde.” Even twijfelt ze, maar gezien de gezinsuitbreiding is verhuizen de verstandigste keuze. “Ik vond het fijn dat we in deze wijk konden blijven. Inmiddels had ik veel contact met buurtgenoten.” 

Niet alleen 

Zo drinkt ze 3 keer per week koffie met Annie van de Amfoorstraat. “Toen de kinderen klein waren, hadden we veel contact. Dat is een tijdje wat verwaterd. Op het moment dat haar man ziek werd, stimuleerde hij ons om weer af te spreken. Alsof hij wist wat komen ging en wilde zorgen dat Annie niet alleen achterbleef toen hij uiteindelijk overleed.” Even blijft het stil in de woonkamer. Aan de muur lacht haar man haar vrolijk toe vanaf een foto. “Hij is in 2005 overleden. In dezelfde periode verloor ik mijn zoon die toen 40 was én stierf mijn moeder. Het was een pittige tijd, maar ik geloof dat daarboven goed voor ze wordt gezorgd.” 

Koffie en nog meer koffie

Het familiegevoel van de wijk is misschien verdwenen, maar Nelly heeft nog veel contact met de wandelclub en het zangkoor van weleer. “Elke zaterdagochtend drinken we samen een kopje koffie in de Brusselse Poort. Daarna trekt iedereen haar eigen plan. Samen met een vriendin ga ik dan boodschappen doen en daarna drinken we nóg een kop koffie”, lacht ze. “Op Facebook kijk ik steeds wat ze bij de Buurtbrök serveren. Als dat naar ons bekkie is, gaan Annie en ik er samen eten.” Het valt Nelly wel op dat de buurt stiller is geworden. “Vooral sinds corona zie je bijna niemand meer op straat. Vroeger was iedereen buiten. Bij het 1e zonnestraaltje zit ik al in mijn tuin, hoor.” Misschien komt de levendigheid weer terug als Nelly straks in haar nieuwe appartement aan het Terra Cottaplein woont.

Een Pottenberg aan verhalen

Pottenberg is een wijk met een rijke geschiedenis. Vol met verhalen van bewoners. We koesteren de geschiedenis, de herinneringen van bewoners en kijken vol nieuwsgierigheid naar de toekomst. Pottenberg is volop in beweging. Samen werken we aan een wijk waar het fijn wonen, werken en leven is. Dat doen we onder het motto ‘Positief Pottenberg’. 

In het burenboek ‘Portretten van Pottenberg’ staan 15 van zo’n verhalen. De verhalen zijn geschreven door tekstschrijver Karin Somers van Begin met A. De foto’s zijn gemaakt door fotograaf Philip Driessen.